Noord China 2014

week 5

De laatste fietskilometers

Vandaag gaan we aan de 370 km lange tocht naar Chengdu beginnen. We zijn onrustig, dat zien we aan elkaar, maar we spreken er niet over. De rit naar Chengdu betekent dat het einde van onze fietsreis in zicht komt, maar ook dat er nog wat spannende kilometers voor ons liggen. De G213 is een drukke weg, landverschuivingsgevoelig, dalend en stijgend, de vraag is natuurlijk weer komen we de hotels wel binnen, allemaal van die dingen, gelukkig hebben we nu weer geld genoeg bij ons, want met geld valt er uiteindelijk altijd wat te regelen.

Het gaat voorspoedig, de eerste 70 km zit snel op de teller, maar dan stuiten we op een 11 km lange file waar we laverend tussendoor naar voren schuiven tot aan het begin van de file, de autostroom zit muurvast. Aan het begin van de file stopt het ook voor ons, daar zijn de bulldozers de eerste landverschuiving aan het opruimen en dat wordt meteen maar onze lange pauze. We eten brood met hete visjes die we uit onze fietstas toveren, helaas zit iedereen om ons heen te poepen en te plassen. De bulldozers zijn klaar en we kunnen weer verder tot de volgende landverschuiving 20 km verder en zo wordt het een lange dag die eindigt in Maoxiang waar we al snel een prachtige hotelkamer bemachtigen, er staat 141 km op de teller, de kop van de Chengdu-rit is eraf.

Het is al laat en we hebben geen zin om lang naar een eetcafé te zoeken en daarom gaan we bij het eerste beste eetcafé eten. Ze hebben maar één gerecht, we krijgen zure pens soep met glasnoedels en er wordt een knapperig veel te vet broodje bij geserveerd, het is geen verjaardag maaltijd, maar met wat zoete sambal erbij wordt het wat aangenamer. In Roemenië kregen we het ooit als specialiteit, “Ciorba De Burta”daar kreeg je er een dikke klodder zure room bij, blijkbaar moet het zuur zijn. Als het eten op is moeten we met de eigenaar op de foto voor zijn eetcafé, hij is trots op zijn buitenlandse gasten en hij wil de foto later in zijn bedrijf ophangen. Misschien gaat de penssoep dan nog beter lopen.

Het ontbijt in het hotel is inbegrepen, maar niet echt ons ontbijt, we laten een eitje bakken en eten wat meloen, de rest is veel te heftig voor een fietsersontbijt  en al die Chinezen zitten weer kommen vol naar binnen te werken met die stokjes.

De regen komt met bakken naar beneden en dat maakt ons niet blij voor de komende 110 km lange tocht die voor ons ligt. We mogen veel afdalen en veel klimmen en na 39 km zien we de prachtige stad Wenchuan en we houden ermee op voor vandaag, we hebben het water in onze schoenen staan, na wat zoekwerk mogen we in het 3e hotel.

Wenchuan
“Er zijn hoge bergen en de keizer is ver weg”

Wenchuan, zomaar een stad onderweg waar we het dagelijkse Chinese leven kunnen aanschouwen. Aan het einde van de middag is het eindelijk opgehouden met regenen, we zitten aan de rivier de Min, de rivier die we al volgen vanaf Songpan. De rivier raast, de rivier is ruig door de zware regenval van de afgelopen nacht en dag en dat is heerlijk, het neutraliseert alle andere geluiden. We hebben in deze stad veel Chinese aanspraak, heel gezellig en iedereen is vrolijk, wij ook, maar we verstaan er niets van. Hele verhalen worden er aan ons verteld en in ons schrift geschreven. Later in Chengdu vertaalt een Chinees meisje wat er geschreven is, meestal staat er dat ze vinden dat we een mooie reis maken en dat we stoer zijn.

Als we ijskoffie zitten te drinken komen er twee 15 jarige meisjes bij ons zitten, ze trakteren ons op sushi en Chinese fruitsalade, ze maken de ene fotosessie na de ander met ons en als we na dit bezoek onze koffie willen afrekenen is alles al afgerekend door de beide jonge dames, ze hebben vast rijke ouders. Het is weer als vanouds, het was een paar dagen rustig geweest om ons heen, maar momenteel staan de auto’s stil op straat om ons te fotograferen en iedere mobiele klikt wel een keer op ons, stiekem of recht voor de raap. Wenchuan, zomaar een stad in China, er komt hier nooit een toerist, wat moet een toerist hier ook zoeken, maar voor ons fietsers is het een prachtige tussenstop, onze spullen hangen te drogen op de hotelkamer, ons blokje om in de stad duurt maar liefst vijf uur. Han heeft de schoenen onder de airco gezet, slim idee.

In het boek “Verbijsterend China” van Jan van der Putten lezen we dat de Chinezen niet zitten te wachten op democratie, velen hebben het beter dan ooit, (velen ook niet, maar die hebben geen stem) en men is vooral blij met de groei van China en het leven van alle dag. De grote macht zit in Beijing, het land wordt bestuurd door de communistische partij, maar lokale overheden hebben het heft in handen, zij moeten zich af en toe melden bij de macht als een soort vazal.
“Er zijn hoge bergen, maar de keizer is ver weg”.

In het eetcafé in Wenchuan raakt echt iedereen van slag als wij binnenkomen. Mannen en vrouwen springen van hun stoelen en staan al snel om ons heen en ruziën om een fotosessie. Een van de vrouwen gilt het uit van opwinding, ze staat in trans te trillen, je zou denken dat ze terplekke een orgasme krijgt. We laten het maar gebeuren en als de rust is weergekeerd bestellen wij ons eten. Het eten verandert nu we in een andere streek komen, geen rijst meer maar aardappelballen met zuurkool, eendennekken, eendenbekken en veel bonen. Voor vegetariërs is het hier slecht voedsel zoeken, alles is met vlees of is met vlees bereid, zelfs groentebouillonsoep is bereid met vlees. De mannen van de groepen Chinezen die in het eetcafé zitten komen om de beurt met ons proosten. En ze komen ons steeds bier en sterke drank brengen, maar dat laatste slaan we af, wij moeten morgen nog fietsen.

De lange fietsrit naar Dujiangyan verloopt heel anders dan gepland, na 29 km houdt de G213 er mee op, er is een snelweg overheen gelegd, de S9 waarop we niet mogen fietsen. Han wil over deze snelweg verder, een andere weg is er niet. Maar ik zeg dat ik niet mee ga, Han wil niet dat onze fietsreis hier abrupt eindigt. De laatste kilometers naar Chengdu kunnen we echt niet fietsen, ik wil niet door al die dodelijke tunnels. Ik zeg dat ik vervoer ga regelen, Han mokt dat geen hond ons wil vervoeren, maar ik blijf op mijn standpunt dat ik geen meter op de snelweg ga fietsen. Gelukkig is onze relatie stress bestendig anders kun je überhaupt een fietsreis als deze niet maken en ik ga vervoer regelen. Binnen 3 minuten heb ik met het boekje “Point it”, een plaatjes boekje, via een mevrouw die fruit aan het verkopen is, vervoer geregeld, ze heeft een vriendje gebeld en die wil wel snel wat bijverdienen. Het gaat 90 euro kosten, maar het is niet anders. Na 10 minuten komt het kleinste busje van China aangereden, Han moppert natuurlijk meteen: “ daar passen onze fietsen niet in”. We klikken onze voorwielen uit de fietsen, de man klapt zijn banken van het minibusje op en zowaar, onze fietsen passen er precies in, de tassen worden er tussen geprutst en Han gaat verdrietig bij de chauffeur voorin het busje zitten. Ik wurm mij dronken van geluk tussen de fietsen, de tassen en de deur, ik kan mij de 82 km naar Chengdu niet meer bewegen, maar dat maakt mij niet uit, ik zit hier wel veilig en ik hoef niet door die enge tunnels.

Als we de snelweg opdraaien krijgen we meteen de eerste tunnel van 5890 meter lang, en daarna volgen de tunnels van: 675, 5680, 5750, 5314, 4000, 1510, en 4106 meter. In totaal 32925 meter vreselijke drukke tunnels met al die bussen en grote vrachtwagens die met minstens 100 km per uur door die tunnels denderen, terwijl 60 km per uur maar is toegestaan, 32925 meter uitlaatgassen. Het zou een hel geweest zijn om door 32 kilometer tunnels te moeten fietsen met gevaar voor eigen leven. Bloed zweet en tranen had het mij gekost deze tunnels, want ik heb al heel wat angst gehad in al die onverlichte tunnels met kapot wegdek hier in China die we wel hebben moeten fietsen. Stiekem zit Han nu ook de tunnel kilometers te tellen en langzaam verdwijnt bij Han het verdriet dat we de tocht niet kunnen uitfietsen zoals gedroomd. Aan de rand van Chengdu worden we uitgeladen, de chauffeur mag met zijn dorpskenteken de stad niet in en wij kunnen gelukkig op eigen kracht Chengdu binnenfietsen, na nog 19 km fietsen, vinden we Hello Chengdu international Youth Hostel, we zijn toch fietsend Chengdu binnengekomen. Als zwervende oude hippies worden we warm ontvangen, we boeken hier meteen voor de laatste 10 Chinese nachten en dit kost ons in totaal voor 10 nachten 230 euro, onze begroting is niet meer heilig, maar dit is wel een aangenaam koopje en zo hebben we de kosten van het busje er natuurlijk meteen weer uit. We krijgen een enorme grote kamer met alles erop en aan en eindelijk hebben we weer een bed waar we samen in kunnen slapen met een zacht matras, we hebben al die weken gescheiden moeten slapen. Ons Chinese fietsavontuur is voltooid, nu gaan we vanuit Chengdu de andere dagen vullen, we hebben 1237 km gefietst en daarin zaten 10603 hoogtemeters en wij zijn ongeschonden in Chendu geëindigd.

Voor een euro kunnen we de wasmachine van het hostel gebruiken inclusief zoveel zeep als we nodig hebben, we vullen de wasmachine met alle stinkende kleren die we hebben en na een uur wappert onze frisse was op het dak van het hostel. In de duurdere hotels in China kan echt helemaal niets, als je vraagt of er een laundry is halen ze de neus op of je moet per stuk dat je wat je wilt laten wassen heel duur betalen, hier in het hostel kan alles. Het bevalt ons hier wel en ze hebben altijd eten, je kunt de hele dag kiezen wat je wilt.

Chengdu

Chengdu is een andere wereld, althans de chique binnenstad, hier zijn andere Han Chinezen dan die uit Beijing en Shanghai, de rijke reizende Chinezen die we overal tegen kwamen. De binnenstad is kraakschoon, de Chinezen hier in de binnenstad zijn beter opgevoed, ze wachten in de rij bij de metro, spugen in de prullenbakken, de brommers zijn elektrische fluisterbrommers. Er wordt nauwelijks getoeterd, de grote gebouwen zijn prachtig, het verkeer is geordend, er is ongelooflijk veel politie en de schoonmaakploegen, mensen uit de bergen, poetsen en vegen de hele dag. Alle chique winkels van wereldmerken zijn hier aanwezig en net als in heel China zitten alle eethuizen de hele dag vol en worden er ook hier de hele dag uit die grote kommen noedels gepikt. Er worden geen zakken afval op straat of in de rivier gegooid zoals we de afgelopen weken overal hebben gezien, alleen de nomaden houden de graslanden schoon, zij laten geen zwerfvuil achter in hun leefgebied. Het is vandaag meteen 36 graden, we zijn in één klap van 14 naar 36 graden gegaan en dat is even wennen, het maakt ons loom. We gaan natuurlijk nog de buitenwijken bezoeken en daar zal het niet zo prachtig zijn, dat zien we al vanuit ons hotel die in een buitenwijk staat.

Aan het einde van de dag vinden we na vier weken onze mascotte terug, de ketting met de glinsterende steen die we kregen van een man in Linxia, het was de ketting van zijn overleden vrouw, de ketting zat verstopt tussen de bagage, we bewonderen haar opnieuw en bedanken haar voor de mooie fietsweken, iedere keer als de nood het hoogst was, was de redding nabij en we denken dat zij als mascotte hieraan misschien wel een bijdrage heeft geleverd, we zijn blij dat ze terug is en ik zal haar zorgvuldiger opbergen.

De Wenchu tempel is mooi en nog mooier en stiller is de prachtige Chinese tuin waarop we stuitten, er is niemand, het is van de Chinese Rotaryclub en het is prachtig onderhouden, bonsai om van te dromen. Na dit bezoek gaan we eten in de stijl van Chengdu en het is toch heet, het eten hier wordt niet voor niets vulkanisch genoemd, later in het hostel moeten we yoghurt eten om onze magen weer tot rust te krijgen.